Op 14 juli 2016 trad in Nederland het VN-verdrag handicap in werking. Daar waren we niet heel snel mee, het verdrag is namelijk al in 2006 opgesteld. Diverse landen, onder andere de VS, Canada en dichter bij huis Belgie (in 2009), hebben het verdrag al veel eerder geratificeerd. Nederland was een van de laatste landen binnen de Europese Unie die het verdrag ratificeerde.
Daarvoor was er natuurlijk al artikel 1 van onze grondwet. De letterlijke tekst kan je hier bekijken, maar mijn korte samenvatting is dat we iedereen hier in Nederland op een gelijke manier behandelen en gelijke kansen geven. En dat is precies waar mijn missie om draait. Ik wil dat Nederland het meest toegankelijke land wordt, dus dat iedereen met een handicap kan doen en laten wat hij of zij wil. Ok, natuurlijk wel met in achtneming van al die andere wetten en regels die we in Nederland hebben. Dus 150 km/uur op de snelweg, geen goed idee. Door een woonwijk al helemaal niet.
Maar wat staat er dan in dat VN-verdrag?
De basis van het verdrag is het beschermen van de rechten en waardigheid van personen met een handicap. Als je het verdrag erkend (wat Nederland dus gedaan heeft), ga je er voor zorgen dat personen met een handicap op een gelijkwaardige manier kunnen deelnemen aan de maatschappij. Gelijkwaardig dus aan een persoon zonder handicap. Een van de onderdelen van het verdrag is toegankelijkheid. Gehandicapte personen moeten dus net zo zelfstandig een gebouw of omgeving kunnen betreden als mensen zonder handicap. En dat geldt niet alleen voor openbare gebouwen of openbare ruimte, maar alle gebouwen en omgevingen die een functie hebben binnen de maatschappij. Denk daarbij dus ook aan horeca, pretparken, sportstadions, musea enz.
Maar hoe moet dat dan, toegankelijk zijn?
We hebben in Nederland heel veel belangenorganisaties. En waar die organisaties vaak in uitblinken, is het aanwijzen van de dingen die een ander niet goed doet. Daar zijn we in Nederland sowieso eigenlijk best goed in. Maar daarmee maak je het vaak niet beter voor jezelf, of voor je gelijkgestemden. Want die ander ziet jouw probleem misschien helemaal niet als een probleem. Of herkent het wel, maar ziet vervolgens niet wat het voor hem of haar zou kunnen opleveren.
Daar zijn dan soms toch die saaie wetten en regeltjes voor nodig. En mensen die er op toezien dat ze ook nageleefd worden. En tot slot, misschien zijn die belangenorganisaties toch ook wel nodig, om iedereen scherp te houden dat het beter kan (en moet).
Blij worden van toegankelijkheid?
Van regeltjes en wetten opvolgen wordt je meestal niet blij. Ik in ieder geval niet, en ik denk jij ook niet. Het voelt dan toch als een verplichting. En verplichtingen zijn meestal niet leuk. Dus zolang iedereen je wijst op een verplichting om toegankelijk te zijn, zal je het waarschijnlijk niet leuk vinden om er mee aan de slag te gaan. En ik vind het niet echt leuk om over te praten.
Dus bij deze, dit is de eerste (en de laatste) keer dat ik met wetten en “moetjes” ga gooien. Ok, misschien in een toekomstig blog nog een linkje naar dit blog. Maar dan moet het ook echt klaar zijn. Wat is dan wel leuk, waar worden we wel blij van? Zelfstandigheid en je ergens thuis voelen natuurlijk! En voor veel gehandicapten is het dan nodig dat iemand anders oog heeft voor hun behoeften.
“Samen maken we toegankelijkheid vanzelfsprekend”
Mijn missie is om van Nederland het meest toegankelijke land te maken. Wil je weten hoe jij daar aan zou kunnen bijdragen? Neem contact met me op.